Ouderenmishandeling

Ouderenmishandeling, perspectieven voor hulpverlening

Mijn artikel gaat over het omgaan met vermoedens van ouderenmishandeling. Bij ouderenmishandeling kan men een onderscheid maken tussen sterke en vage vermoedens.
Bij de sterke vermoedens is het belangrijk dat men ervan uitgaat dat er twee slachtoffers zijn. De hulpverlener moet er rekening mee houden dat er onmacht in het spel kan zijn bij de dader.
Bij vage vermoedens moet men op zoek gaan naar aspecten die het uiten hiervan bemoeilijken. De onzekerheid en het gebrek aan tijd speelt hierin een duidelijke rol. Er moet ook rekening gehouden worden met de gevoelens en de normen van de hulpverlener. Het is zeer belangrijk dat een hulpverlener in staat is zijn gevoelens te delen met anderen.
Bij ouderenmishandeling moet men ook de handelswijze van vermoedens in acht nemen. Ten eerste moet men de situatie beoordelen. Als tweede punt is het belangrijk om contact te houden met de betrokkenen. Zeker als men ervan overtuigd is of er werkelijk aan mishandeling wordt gedaan. Ten derde moet men de situatie onderzoeken. Hierbij kan je de situatie observeren en rapporteren. Nadien is het nodig dat je een bespreking houdt met collega’s. Het is de bedoeling dat je een frequentie bijhoudt van de mishandeling en een medisch of psychiatrisch onderzoek laat uitvoeren. Daarnaast is het van uiterst belang dat men goed kan luisteren. Je moet luisteren naar alle partijen en met een neutrale houding. Tijdens het luisteren is het interessant om te letten op de lichaamstaal van de betrokken partijen. Dit brengt voor de hulpverlener veel geduld met zich mee. Als laatste punt in de handelswijze moet je de situatie bespreekbaar kunnen maken.
Hieronder verstaan we dat de hulpverlener na het onderzoek de situatie opnieuw moet bekijken. Men moet ook proberen om te term 'ouderenmishandeling' te vermijden. Het kan hierbij interessant zijn om de situatie met twee hulpverleners te bekijken. Tijdens het bezoek is het nodig dat je eerlijk bent over het doel van je komst.